Honing is het meest bekende product van de bij, ze is tenslotte vernoemd naar het gele goud wat ze produceren. De imker neemt overtollig honing van zijn bijenvolk af om te verkopen of zelf op te eten.
Wat mij opvalt is dat er te weinig bekend is over honing en dat de meeste mensen denken dat alle honing hetzelfde is. Soms geef ik wel is een pot weg aan familie of vrienden, hierdoor kreeg ik ook vragen over honing. En ik realiseerde mezelf dat ik ook geen idee had over wat de bijen produceerden.
Mijn kennis over honing is gelukkig iets meer gegroeid de afgelopen jaren. Waardoor ik wel redelijk wat kan vertellen over honing.
Wat is honing?!
Naast stuifmeel is honing het belangrijkste voedsel voor bijen. Bijen hebben een volledig plantaardig dieet en maken honing als brandstof.
Honing wordt gemaakt van de nectar van bloemen. Deze nectar wordt verzameld door de werkbijen van het bijenvolk en deze foerageren over duizenden bloemen per dag.
De nectar halen ze uit de nectarklieren van de bloem, met de bijentong zuigen ze deze op. Daarna wordt de nectar opgeslagen in de honingmaag en de bij voegt hier speciale enzymen aan toe. De enzymen zetten de suikers in de nectar om naar simpelere suikers welke beter te verteren zijn.
Als de bij onderweg genoeg nectar heeft gegeten zal zij huiswaarts keren. De andere werksterbijen staan al op haar te wachten en de nectar zal overgeven worden aan de werksterbijen welke in de kast blijven. Omdat de nectar met de speciale enzymen nog geen honing is zullen de bijen verder aan de slag moeten.
Omdat de nectar nog veel water bevat, zal de nectar ingedikt moeten worden. Dit gebeurd in twee fases, de nectar welke de werkster heeft ontvangen zal eerst ‘gewurgd’ worden. De werkster zal de nectar over haar tong heen rollen en deze continu weer inslikken.
Doordat ze dit doet zal het water in de nectar verdampen. Soms zie je wel is dat werksterbijen dit samen doen (zie foto). Nadat de helft van het water verdampt is begint het al steeds meer op honing te lijken.
Als de werkster klaar is met ‘wurgen’ zal de nectar in een cel gestopt worden waarbij het laatste water in een periode van een paar dagen kan verdampen.
Als het nectar helemaal is ingedikt en het uiteindelijk honing is geworden zullen de bijen de volle honingcel afdekken met een klein laagje was.
Rauwe of bewerkte honing
Als imker krijg ik vaak de vraag of mijn honing bewerkt is. Toen ik deze vraag voor het eerst hoorde, stond ik een beetje perplex, omdat ik niet wist wat ik moest denken bij deze vraag.
Ik dacht bij mezelf, tuurlijk is mijn honing bewerkt, mijn dames hebben zo hun best gedaan om die prachtige honing te maken. Vragen of het bewerkt was vond ik als eerste, een kleine belediging naar mijn dames toe.
Wat eigenlijk met ‘bewerkt’ bedoeld wordt; is de honing verwarmd?
Verwarmen van de honing gebeurd veel om de honing meer vloeibaar te maken zodat je deze gemakkelijker in potjes kan stoppen.
Doordat honing (natuurlijke) suikers bevat kan honing kristalliseren en omdat honing op de wereldmarkt in grote vaten wordt verhandeld en verscheept. Wordt het vat eerst verwarmd om deze weer vloeibaar te maken.
Als de honing extreem verwarmt wordt kunnen de eiwitten en vitaminen in de honing kapot gaan. Hierdoor verliest de honing zijn ‘gezonde’ voedingswaarde.
Honing kan dus verwarmd worden tot 40 graden Celsius, hogere temperaturen zullen de goede stoffen in honing kapot gaan.
Daarom moet je dus ook nooit honing in je hete thee gooien. Hierdoor gaan ook de goede stoffen in honing kapot. Het is natuurlijk zonde van de honing als dit gebeurd, als dit gebeurd is de honing te vergelijken met gewoon tafelsuiker.
Als honing gekristalliseerd is kan je deze weer vloeibaar maken door het in een bak water te leggen welke ongeveer 40 graden is.
Soorten honing volgens de Wet
Honing is ingedikte verzameling nectar van duizenden bloemen van allemaal verschillende soorten. Elke honing is daarom uniek en bevat zijn eigen botanische blauwdruk.
In de supermarkt is er vaak bloemen of gewone honing te verkrijgen. Het kenmerk van bloemenhoning is dat deze gekristalliseerd is en de gewone honing heeft de kenmerkende gouden kleur. Echter zijn er vele andere soorten te verkrijgen.
Om het soort honing te kunnen determineren worden de pollen in de honing geteld. bijvoorbeeld linde honing moet minimaal 20% van het pollen aandeel in de honing hebben. En bijvoorbeeld phacelia 90% van het pollen aandeel. Het verschil in percentage komt door het aantal pollen wat de plant afgeeft.
Volgens de warenwetbesluit honing zijn er verschillende honingsoorten omschreven. Bloemenhoning, nectar honing, honingdauwhoning, raathoning, brokhoning, raatbrokken in honing, lekhoning, slingerhoning, pershoning, gefilterde honing of bakkershoning
Waarbij het verschil tussen bloemenhoning en honingdauw honing, de oorsprong van de honing niet uit nectar bestaat maar uit honingdauw. Honingdauw wordt geproduceerd door blad en schildluizen. Deze halen sap uit planten welke ze gebruiken als voedsel. Nadat ze de benodigde voedingsstoffen uit het sap hebben gehaald scheiden ze honingdauw uit. Deze honingdauw hoopt zich op, op de bladeren van de plant. Waarna ze worden verzameld door mieren en bijen.
Het kenmerk van raathoning is dat de verkregen honing geheel nog in de oorspronkelijke honingraat zit. De cellen zijn dan nog steeds afgedekt met was, als imker mag je geen waswafels voor deze honing gebruiken en moet de raat geheel uit natuurraat bestaan.
Deze zelfde honingraat kan ook in stukken worden gebroken en dan in losse honingpotten gestopt worden. De potten worden dan met honing afgevuld waarna brokhoning of raatbrokken in honing verkrijgt.
Slingerhoning of Pershoning kan verwijzen naar de methode waarbij de honing verkregen is. De honing kan ofwel koud geslingerd zijn of bij stijvere honingsoorten geperst worden. Beide methodes hebben voor en nadelen.
In het geval val lekhoning wordt er verwezen naar honing die uit de geopende raat gelekt is. Bij het slingeren haal je de celletjes van de raat af, hierbij gebruik je een ontzegelbak. Tijdens het ontzegelen kan er honing in deze bak vallen. Dit kan de imker verzamelen en verkopen als lekhoning.
Als laatste is er nog gefilterde honing en bakkershoning, deze honing is ontdaan van vreemde anorganische of organische stoffen. Je moet dan denken aan pollen en andere enzymen. Filteren gebeurd door een speciale machine welke de honing onder hoge druk langs een heel fijn filter verplaatst. Pollen kun je namelijk niet uit filteren met een gewone honingzeef.
Naast de wettelijk bepaalde soorten zijn er ook nog de crème honing, honing van een specifieke plant (e.g. klaverhoning, linde honing etc.) en voorjaars en zomer honing.
Crèmehoning is kenmerkend aan zijn smeuïge substantie. Vaak is dit een imker eigen specialiteit. Crème Honing is te verkrijgen door honing te ‘enten’ met een gekristalliseerde honing met een fijne suiker structuur. De structuur wordt door de crèmehoning geroerd waardoor de honing de fijne suikerstructuur overneemt. Het is van belang dat er dagelijks geroerd wordt in de honing tot de honing volledig gekristalliseerd is.
Honing kan ook als klantspecifiek verkocht worden. In dit geval bevat de honing een merendeel nectar van een specifieke plant. Bijvoorbeeld klaver, linde of een andere bloemensoort. Er zijn bepaalde richtlijnen om honing naar een specifieke plant te classificeren. Meestal worden de aanwezige pollen in de honing geteld.
Voorjaarshoning en zomerhoning kan verwijzen naar het jaargetijde waarin de honing is verzameld en geoogst. Als een imker veel honing heeft kan deze 2 keer per jaar oogsten, als deze niet weet van welke planten de honing af komt kan de imker zijn honing vernoemen naar het seizoen.
Etiket regels
Kort samengevat moeten de de volgende dingen op het etiket staan: vermelding van het product ‘honing’, land van herkomst, gewicht, productiecode (batchnummer), houdbaarheidsaanduiding en het adres van de verkoper.
Beneden vind je een voorbeeld van een honing etiket. Dit etiket gebruik ik voor me eigen honing, ik heb voor dit geval wat data veranderd.
Op het etiket moet “Tenminste houdbaar tot” voluit geschreven zijn. De houdbaarheid is makkelijk te bepalen aan de hand van het vocht gehalte. Dit wordt gemeten met een refractometer. Het vochtgehalte mag niet hoger zijn 20%, bij dit percentage is de honing ongeveer 3 maanden houdbaar. Bij 19% is de honing 12 maanden houdbaar en bij 18% – 18 maanden en 17% – 24 maanden. Honing mag na 2 jaar niet meer verkocht worden. Uiteraard kan het nog wel eetbaar zijn.
Verder moet de herkomst vermeld staan, lokale imkers zetten hier meestal gewoon nederland op. Honing leveranciers zetten vaak EG (Europa) Honing of Non EG (buiten europa) honing op het etiket.
Gewicht staat vaak in grammen aan gegeven. Verder staat er een productie nummer of batchnummer op het etiket. De honing die je verkoopt moet ook traceerbaar zijn mocht er wat mis mee zijn.
Ik als klein imker welke maar een paar potjes per jaar heb, begin meestal met het jaar van oogsten en zet er eventueel een maand bij en locatie nummer (e.g. 20xx0x01). Er zijn namelijk geen regels verbonden over wat voor nummer je gebruikt. Als het maar in je administratie te traceren is.
Er moeten geen medische claims op het honingetiket staan, mocht dit zo zijn dan valt de honing onder de geneesmiddelenwet. En dit niet toegestaan omdat er geen medische claims gedaan mogen worden betreffende voedingsmiddelen.
Herkomst van honing in de praktijk
Zoals boven beschreven is honing in alle soorten en maten te verkrijgen. Echter krijg ik soms de vraag waarom mijn honing duurder is dan degene welke in de supermarkt te verkrijgen is.
Het antwoord is hierop vrij eenvoudig, de honing in de supermarkt is geen lokale honing. De meeste honing leveranciers kopen honing per vaten in en mengen deze tot een specifieke honingsoort welke de supermarkt wilt hebben.
Wanneer een supermarkt bijvoorbeeld een goudkleurige honing met een specifieke smaak wilt hebben voor een bepaalde prijs.
De honing leverancier mengt de gevraagde honing, dus honing die je in de supermarkt koopt kan dus een combinatie hebben van verschillende honingen.
Op het etiket kan het volgende staan ‘gemengde EG honing’ (afkomstig uit europa) of ‘gemengde niet-EG-honing’ (afkomstig buiten europa) of ‘gemengde EG- en niet-EG-honing’ (duurdere EU honing gemengd met goedkopere Niet EU honing).
Helaas is er ook binnen de honing industrie een hoop gesjoemel, vooral in china wordt er honing ‘vervalst’. In china hebben ze een manier gevonden om honing te maken zonder dat er een bij aan te pas komt.
Ik beweer niet dat je in de supermarkt geen goede honing kan kopen. Echter wil ik wel waarschuwen dat de herkomst niet altijd bepaald kan worden. Honing leveranciers doen natuurlijk hun best om dit goed te controleren. Maar sommige dingen zijn nog niet te controleren.
Als je zeker wilt zijn van de herkomst kan je een pollenanalyse van de honing doen. Via de pollen kan je analyseren van welke planten de honing af komt. Vaak zit er in supermarkt honing pollen welke niet op ons continent groeien.
Wilt u daarom zeker zijn van de herkomst, koop dan honing bij een imkerij of lokale imker. Je haalt dan letterlijk je honing bij de bron vandaan.
En vergeet niet te genieten van je honing.