De natuur probeert zich constant te ontwikkelen en te veranderen. Natuur houdt niet van kale ruimtes en probeert op hier altijd wat groen neer te zetten. Dit process zoals we nu kennen is als eerste beschreven door de Amerikaanse ecoloog Frederic Clements.
Het beste voorbeeld is als je een tuin hebt en je probeert deze vrij te houden van wilde bloemen en planten. Dit vergt enorm veel werk en het lijkt af en toe wel dweilen met de kraan open.
De natuur is een harde plek waar elke plant strijdt voor zijn bestaan. Er is een constante verdringing tussen de planten waarbij ze strijden om de voedingsstoffen die aanwezig zijn.
Deze constante verandering van het landschap wordt ook wel successie genoemd. Er is lokaal een enorme soortendynamiek gaande. Plant gemeenschappen veranderen constant en maken plaats voor andere soorten.
Er zijn veel soorten en planten die elk strijden voor een eigen bestaan.
Er zijn eigenlijk twee soorten successie namelijk primaire successie en secundaire successie.
Primaire Successie
Primaire successie is de natuurlijke ontwikkeling van een stuk land waar niks op kan leven tot een climax bos met een grote biodiversiteit en een stabiele staat.
Deze vorm van successie gaat gepaard met het opbouwen van een humus laag. Hummus is opgebouwd uit dood planten materiaal wat langzaam in de bodem wordt afgebroken. Humus is een belangrijke voedingsbron voor planten. Door de afwisseling van planten bouwt deze voedingsbodem zich langzaam op.
Primaire successie is op maar weinig plekken op de wereld waar te nemen doordat de meeste grond door de miljoenen jaren heen al een voedingsbodem hebben opgebouwd. In nederland is de meest voor de hand liggende plek de duinen waar het zand weinig voedingsstoffen bevat.
Primaire successie heeft de volgende doorloop.
- Niks:
Niks is een groot begrip maar hier wordt bedoeld met een kale omgeving welke weinig tot geen voedingstoffen hebben. hierbij moet je denken aan terrein dat door een vulkaan net is opgespuwd of een duinrand waar het zand weinig voedingsstoffen beschikbaar zijn.
- Pioniersplanten:
De eerste pionier is de korstmos, deze bestaat uit een schimmel en een wier. De korstmos is een ware overlever en ze hebben weinig nodig om te groeien. Echter ze kunnen niet tegen luchtvervuiling. In Nederland zie je ze wel is op oude bunker of op stoepranden zitten. Het kan honderden jaren duren voordat korstmossen een humus laag op bouwen.
Als er langzaam een hummuslaag ontstaat kan er een mos soort groeien. Soms in de alpen zie je een mooi voorbeeld van stenen welke gedeeld worden door korstmossen en mossen. De korstmossen zitten wat hoger op steen met de mos wat lager.
Zodra de humuslaag dik genoeg is zullen de eerste kruiden en grassen zich vestigen. Wanneer deze een plek hebben gevonden kan de humuslaag zich redelijk snel ontwikkelen. Grassen en kruidachtige produceren zijn in grote getalle aanwezig en leven jaarlijks tot twee jaarlijks. Wat voordelig is voor de humuslaag.
- Struiken en bomen: langzaam zullen de kruidachtige en grassen wijken voor de eerste bomen en struiken. Dit zijn houtachtige planten welke het licht langzaam zullen verdrukken voor de eenjarige planten. Deze planten leven langer en er zal langzaam een balans in het ecosysteem ontstaan.
- Schaduw tolerante bomen zullen langzaam de plek innemen van de struiken en lage bomen. Bij schaduwrijke bomen kan je bijvoorbeeld denken aan de beuk of de eik. Er zal langzaam een evenwicht ontstaan in het bos. Als dit punt bereikt heeft dan heeft het bos de climax status bereikt.
De beschrijving van de ecologische successie houdt op bij de climax status. Echter staat de ontwikkeling van een bos nooit stil. In een bos is er onderling altijd strijd voor voedingsstoffen. De bodem is zich constant aan het ontwikkelen en naarmate de ontwikkeling vordert bijvoorbeeld doordat er bomen omvallen. Binnen een paar honderd jaar zal er een oerbos ontstaan, en binnen dit ecosysteem strijd elk organisme voor voedingsstoffen.
Secundaire successie
Maar tien procent van de wereld is bedenkt met bos. Dan zou je eigenlijk kunnen zeggen dat primaire successie helemaal niet werkt. Echter wordt de natuur constant onderbroken in zijn ontwikkeling.
Dit is in sommige gevallen natuurlijke verstoring, wat bijvoorbeeld door een natuurlijk fenomeen plaats vind. Denk aan een bosbrand, overstroming of vulkaan uitbarsting.
In de meeste gevallen is dit kunstmatige verstoring. De meeste kunstmatige verstoring wordt veroorzaakt door de mens. Dit kan zijn doordat wij bossen of graslanden afbranden voor landbouw grond of gebruiken het land voor huisvesting.
Wanneer deze verstoring voorbij is, vind secundaire successie plaats. Secundaire successie maakt gebruikt van de al aanwezige voedingsstoffen. De staat van de bodem en de abiotische factoren bepalen wat voor type planten hier zullen groeien.
Secundaire successie vindt dus plaats waar er al een humus laag aanwezig is. In het meest gunstigste geval kan de levensgemeenschap zich ontwikkelen tot een climax status.
Verstoring
De mate van verstoring bepaald de uiteindelijke ontwikkeling van het landschap. De natuur probeert altijd een bepaalde balans te vinden. Zo’n balans hoeft geen climax bos te zijn maar kan ook bijvoorbeeld een weiland, heide landschap of park zijn.
Hoe het landschap er uiteindelijk uit zal zien wordt bepaald door de timing en frequentie van de verstoring die plaats vind. Door deze verstoring zal er uiteindelijk een balans plaats vinden.
Het is voor ons moeilijk weer te geven wat voor ontwikkeling gaande is op een stuk natuur zonder het te monitoren. Vaak gaat hier jaren overheen, maar er zijn drie soorten ontwikkeling. Progressief – retrogressief – stagnerende successie.